Een worp kan variëren van 3 tot 9 jongen meestal zijn het er 4 of 5.
De meeste voedsters (sommige al iest eerder) beginnen ongeveer 24 uur voor het werpen met het plukken van wol van de onderbuik, om het nest goed uit te bouwen. 
Het werpen vindt plaats in het nest, waarbij de voedster een zithouding aanneemt.

Tijdens de geboorte eet de moeder onmiddellijk de vliezen en de nageboorte weer op.

Op deze manier beperkt ze de lichaamsverliezen, die met de geboorte gepaard gaan en likt ze de naakte jongen droog. Direct na de geboorte beginnen de jongen te drinken. De eerste melk noemt men de biest. De biest bevat allerlei noodzakelijke voedings- en afweerstoffen. De geboorte duurt (als alles goed gaat) ongeveer tien minuten. Als het laatste jong droog gelikt is zal de voedster het nest dicht stoppen en weggaan.

info: EZCN